Atresie & Microtie

Wat zijn atresie en microtie ?

De ontwikkelingsafwezigheid van de externe gehoorgang heet aangeboren atresie.
Het gaat over een aangeboren afwijking, die vaak gepaard gaat met afwijkingen van beide botten het middenoor, maar ook het buitenoor.

Een andere aangeboren afwijking is microtie. Dit is een abnormale groei of onderontwikkeling van het externe oor. Microtie kan een geringe afwijking zijn waar een klein stukje huid of kraakbeen de enige aanduiding is van de aanwezigheid van het oor.

Microtie gaat meestal gepaard met atresie, maar atresie kan ook alleen voorkomen zoals in dit geval. Zo lijkt het externe oor normaal, behalve het ontbreken van de gehoorgang. In de meeste gevallen van atresie, scheidt een botsegment het externe oor van het interne oor, wat in gehoorverlies resulteert. In geval van volledige atresie, is het externe gehoorgang niet aanwezig, behalve een volledige obstructie door de huid van de opening naar het buiten toe. In andere gevallen van atresie, kan een weinig ontwikkelde en klein gehoorkanaal aanwezig zijn, die smaller en veel dunner is dan een normale kanaal.

Jade
Jade

Microtie, een zeldzame aandoening

De statistieken spreken van of 15/100000 of 1/15000 kinderen die getroffen worden door microtie. Allen wijzen naar een zeldzame aandoening, waarvan de oorzaak tot op heden niet bekend is. Dr. Craig stelt de hypothese dat microtie het resultaat zou zijn van een in utero cellulaire ischemie, die tussen de 5de en 6de embryonale week voorkomt. Microtie kan uni- of bilateraal zijn. Unilaterale microtie treft vaker het rechter oor,
terwijl bilaterale microtie, die slechts 15 tot 20% van de gevallen vertegenwoordigd, meer de jongens dan de meisjes treft. Microtie is een redelijk zeldzame afwijking dat gekarakteriseerd wordt door een hypoplasie van de oorschelp. Meerdere reconstructieve chirurgische technieken werden ontwikkeld. De meest gebruikte technieken zijn momenteel : de reconstructie via autologe rug kraakbeen en via Medpor-implant.

Microtiën worden in drie groepen verdeeld :

Groep I : geringe afwijking van de oorschelp, met een kleinere oor, maar alle structuren van de externe oor zijn aanwezig.

Groep II: alle externe structuren van de oor zijn aanwezig, maar gekenmerkt door een gebrek aan weefsel en een belangrijke afwijking.
Het externe gehoorgang is ook

Groep III: een paar structuren zijn aanwezig, maar volledige afwezigheid van herkenbare oorschelp of anotie. Regelmatige aanwezigheid van kleine oorlel, die in een voorste positie staat. Typische pindanoot vorm.